maandag 28 september 2015

de Weg

“Niet bang zijn…niet bang zijn…” fluisterde ze in zichzelf “niet bang zijn..” Die woorden steeds maar weer herhalend, haar eigen mantra die haar zou beschermen meende ze. Die woorden leidde haar af van de beelden die anders in haar hoofd op zouden doemen. De beelden die haar kwaad wilden doen, dingen lieten zeggen die ze niet wilde zeggen, haar bijna tot wanhoop dreven. Zo liep ze door de schemerige puinhopen die nu haar werkelijkheid waren. Alles even grauw en grijs, Stofwolken stoven op bij iedere stap die ze zette. Recht met opgeheven hoofd liep ze door zodat niemand zou zien hoe ze zich van binnen voelde.
Ja, ze hoorde de fluisteringen wel. Stemmen die vreselijke dingen over haar zeiden. Af en toe voelde ze een scherpe pijn als de zoveelste steen haar hoofd of rug raakte. Maar ze weigerde er aandacht aan te schenken gestaag en vastberaden doorlopend…met die woorden fluisterend in haar geest…”niet bang zijn…niet bang zijn”.

Ze zou een plekje moeten vinden om te overnachten. Het duister zou haar binnen niet al te lange tijd volledig omhullen en wat er dan kon gebeuren durfde ze helemaal niet in haar geest toe te laten. Ze voelde aan zich trekken, al die inktzwarte lijnen die ze gesponnen hadden, om haar te kunnen onderwerpen. Ze voelde hun klauwen graaien maar tot nu toe had ze hen, af en toe sissend, nog steeds kunnen ontwijken. Zonder haar gif daadwerkelijk te spuwen of te bijten, ze wist hoe gevaarlijk dat voor haar zelf was…”niet bang zijn”…
In haar ooghoeken bewogen steeds maar die schaduwen van haar vrees. Ze rechtte nog eens extra haar rug. Zij bepaalde hoe ze wilde reageren. En ze wilde beslist haar weg vervolgen ook al deden haar bloedende voeten nog zo’n pijn. De tas om haar schouders begon als een loden last aan de spieren van haar nek te trekken. Klauwen die haar haast dwongen om te stoppen.
Ze merkte dat ze begon te bidden tot een God waarin ze al jaren niet meer geloofde. “God, help me” verving de “niet bang zijn”-mantra in haar hoofd. “God, help me” en ze rechtte nog eens haar vermoeide rug en zette alsof het de gewoonste zaak van de wereld was haar ene pijnlijke voet weer voor de andere. Vastberaden als ze was te ontsnappen uit deze hel besloot ze om door te gaan, dronk de laatste druppels water uit haar fles en zette een nieuwe stap.

De maan stond inmiddels hoog aan de hemel. In de verte zag ze nu een helder licht dat haar nog meer aanmoedigde om door te gaan. Het licht dat steeds dichterbij scheen te komen gaf haar nieuwe hoop. Ze zou wel terughoudend blijven want je wist maar nooit. Een traan perste zich uit haar oog. Ze proefde het zachte zout op haar lip en tegelijkertijd verbaasde ze zich erover. Herinneringen uit een ver verleden kwamen en gingen terwijl nog meer tranen nu haar wangen en kin deden schitteren in de stralen die haar gezicht verlichtten.

In het naderende licht begon zich nu een gedaante te onderscheiden. Een vrouw leek het. Hoe dichter ze naderde, hoe duidelijker de verschijning werd. Een godin leek het en ze zag er prachtig uit. Haar lantaarn gaf haar een warme gloed alsof zij zelf het licht verspreidde.

Knappend begonnen de draden haar los te laten, de schaduwen werden verlicht en konden hun gruwelijke taak niet meer vervullen. De ogen uit de hel doofden sissend als natte kooltjes op een vuur omdat ze zag hoe ze haar gediend hadden. De godin was als een warm bad van troost, licht en liefde die haar omhulde. Ze keken elkaar in de ogen en ze zag verleden, heden en toekomst. Ze zag de weg die ze gegaan was en dat wat er nog te doen stond. Ze zag de waarheid achter de leugen waarin ze geloofd had. Ze zag haar eigen kracht door de ogen van de godin en de reden van haar geboorte. Ze zag de eenheid en de perfectie van een wereld die zij als zo donker had gezien.
Haar hart leek groter en groter te worden, vulde zich met een liefde die ze nooit eerder op deze manier ervaren had terwijl ze zich zelf zag in de ogen van de godin, die blijkbaar de hare waren. 


©Marion


dinsdag 1 september 2015

Water

Ze vertelt en ik luister. De tranen stromen over mijn wangen. Hier had ik dus niet op gerekend toen ik kwam. De herkenning in haar woorden en de pijn die blijkbaar nog steeds ergens ongezien en diep vanbinnen verborgen zit. Ik probeer mijn tranen stiekem weg te vegen. Laat mijn haar een beetje voorover vallen zodat niemand ziet hoe mijn emoties ineens als kleine riviertjes over mijn wangen stromen. En tot overmaat van ramp heb ik mijn tas leeggemaakt, vergeten nieuwe zakdoeken er weer in te stoppen. Gelukkig kan ik mijn zonnebril nog even ophouden, geen gek gezicht want de zon schijnt volop haar mooiste stralen. Muisstil blijf ik daar in die mooie tuin zitten, hopend dat niemand me zal opmerken. En terwijl die lieve stem doorgaat treden de vragen en gebeurtenissen mijn bewustzijn binnen. "Het zal toch niet waar zijn?" "of toch?" Twijfel over iets wat ik eerst zo zeker wist laten mijn spieren zich aanspannen. Ik wist zeker dat het afgelopen was, maar blijkbaar toch niet.   

Ik hoop dat de stem nu stopt met praten, zodat ik me onopvallend naar het toilet kan begeven. Alle samengevloeide sporen van heden en verleden wil ik wissen zodat ik weer opgelucht adem kan halen.
 Dan is het eindelijk zover en loop ik als eerste, met gebogen hoofd, langs het podium en haast me naar het toilet. Ik kijk mezelf aan in de spiegel. Het valt allemaal best wel mee deze overstroming. Het wordt wel tijd dat ik toch eens een watervaste kohlpotlood ga kopen. Ik herneem mezelf zo goed mogelijk en sprenkel wat koud water hier en daar.  Eigenlijk is er niets meer te zien, zelfs de knoop in mijn buik is onzichtbaar voor de meesten. Maar zij ziet het wel en roept me. We zitten tegenover elkaar en ik denk dat ik haar toch ken...Alsof ik haar al mijn hele leven ken eigenlijk. Dat blijkt echter niet uit wat we met elkaar, in de zinderende hitte van die dag, uitwisselen.   Maar toch... 
Mijn stem trilt nog steeds als ik de woorden naar buiten laat glijden, de woorden die uitdrukking geven aan mijn angst en twijfel. En zij pakt ze op en geeft ze me terug met een grote roze strik eromheen. Een strik meer roze dan door mij op dat moment begrepen kan worden.  Ineens is de knoop uit mijn buik verdwenen en het pak van mijn hart gevallen. Nieuwe moed stroomt door mijn lichaam. Natuurlijk liggen er in de verte nieuwe uitdagingen te wachten, mijn weg is immers nog niet ten einde en water laat zich niet vasthouden. Ik ben er klaar voor nu!
  


©Marion

Moed

onbekend
Op dit late uur is er nog iets wat maar niet uit mijn hoofd wil. Iets dat persé nog geschreven wil worden zodat jij het op tijd zal lezen. Als ik aan je denk bekruipt me een gevoel van angst. Ik worstel met mijn woorden want het is soms lastig om datgene wat ik voel in mooie woorden te vatten. Woorden die jij op kunt pakken en mee kunt dragen. Woorden die je in je hart kunt bewaren en als alles je dan even te veel wordt kun je het trommeltje openmaken en de woorden nog eens heroverwegen. Ze van alle kanten bekijken en be-wegen. Ja, laat ze je be-wegen. Bewegen om in actie te komen en te doen wat goed voor Jou is.   Angst en Liefde. De twee gevoelens waar alles om draait, waar alles uit voortkomt. Meer is er niet, zo simpel is het. Angst is het signaal dat we moeten vluchten voor die gevaarlijke beer op de weg. Ja, in geval van een beer zou ik maken dat ik weg kwam. Vluchten voor dit werkelijke gevaar.  Wij mensen echter hebben in ons hoofd allerlei angsten gecreëerd. Angst om afgewezen te worden of niet geaccepteerd, een van mijn grootste angsten ooit trouwens. Angst om te falen en daarmee nooit goed genoegd te zijn in andermans ogen. De lijst met angsten kan ellenlang gemaakt worden. Maar weet lieve mens dat jij deze angsten allemaal in je hoofd creëert. Het is jouw film waarin jij de hoofdrol speelt. Een illusie. Neem nou afgewezen worden…Je bent niet daadwerkelijk in gevaar. Je denkt het alleen maar. Je hoeft niet te vluchten. Het leven is te kort om steeds maar weer van weg te vluchten. Dat is volgens mij helemaal niet de bedoeling. Je bent niet bang voor de mensen om je heen, je bent bang voor hun afwijzing. Je zult niet vallen want er zijn altijd armen die je opvangen. Ik ken die armen. Laat je angst geen blinddoek zijn die je weerhoud om de schoonheid van het leven te zien. Breng liever Liefde in je gedachten zodat er geen ruimte meer is voor angst. 
Ja, daar is moed voor nodig. Ik zal een bootje met Moed sturen naar het eiland waar je zit. Ik heb je rooksignalen gezien. Jij ...jij hoeft het alleen maar naar je toe te halen, het vast te leggen en het tot je te nemen en te ontdekken dat je zijn mag zoals je bent.  

©Marion.