vrijdag 3 februari 2017

Pech



Vanmorgen zat echt werkelijk àlles tegen.
Je hebt zo van die dagen, je kent ze wel. Zo’n dag die je voor de veiligheid maar beter in bed had kunnen doorbrengen en ik wenste nu dat ik dat vanmorgen besloten had. Het begon al met het uitslaan van de wekker. Met een flinke klap mepte ik hem, de tiende keer dat hij afging, boos uit. Door die ongecontroleerde beweging zwiepte mijn bril van het nachtkastje en verdween in de stofwolken onder mijn bed. Het koste me te veel moeite en tijd om die eronder uit te vissen nu. Dus ik besloot maar snel op te staan en struikelde zowat mijn bed uit. Mijn verkeerde been stond het eerst op en nou ja, dan is de toon natuurlijk gezet voor de rest van de dag.
Ik haastte me de badkamer in sprong onder de douche en griste mijn tandenborstel mee. Daarmee zou ik misschien een minuutje van de tijd die ik verspeeld had kunnen inhalen. Ik wilde gewoon eens een keer op tijd op mijn werk zijn vandaag. Ik stopte de tandenborstel in mijn mond en eeekkkhh… wat was dat nou weer? Ik keek nog eens goed naar de tube en wat denk je? Goed geraden hoor. Inderdaad. Gehaast spoelde ik mijn mond zoveel ik kon om die gruwelijk vieze smaak van mijn handcrème weg te krijgen. Dat kostte me weer een paar minuten extra. Haastige spoed is zelden goed zei mijn grootmoeder zaliger altijd. Ik geloof dat ze gelijk had. Daar leek het vandaag zeker op.
Met haar wijze woorden nog in mijn hoofd besloot ik het over een andere boeg te gooien en even rustig te gaan zitten met een boterhammetje en een kopje thee. Toch nog gehaast roerde ik net iets te fanatiek met het theelepeltje in mijn glazen kopje en ineens, pang, knapte het glas. De hete thee vormde al snel een plas op tafel en drupte op de grond. De onderzetter, mijn mobiel, de pen, alles lag te zwemmen in een hete plas van mijn favoriete karamelthee.
Ik bedacht me ineens dat ik nog moest tanken. Snel greep ik een pen om de pincode van mijn nieuwe pasje op de binnenkant van mijn pols te schrijven. Ik zou de boel maar de boel laten en snel vertrekken. Net op het moment dat ik mijn sleutels greep echt te gaan ging de deurbel. Welke idioot belde nou zo vroeg aan?
Ik opende de deur en staarde stomverbaasd naar de bloemen voor mijn neus. Ik luisterde naar de stem die zong: Lang zal ze leven, lang zal ze leven in de gloriaaaa…
Verhip. Mijn verjaardag! Helemaal vergeten! Ik smeet de deur dicht en rende huilend terug naar boven.

©Marion2017

noot: Uitdaging februari. Kort verhaal met 10 verplichte woorden (blauw)

woensdag 1 februari 2017

de Vlucht

Mijn vlucht vertrekt over 10 minuten. Druppeltjes versieren als kleine pareltjes mijn voorhoofd en langs mijn slapen voel ik pareltjes langzaam omlaag rollen, een donker spoortje achter latend als kort bewijs van de weg die ze afgelegd hebben. Nog even en dan kan ik weer normaal adem halen. Nu even op mijn tanden bijten met mijn kaken stevig op elkaar geklemd. Vergeleken bij de bergen die ik al bedwongen heb is dit maar een kleine heuvel. Als de deur zo meteen achter me sluit ben ik veilig en zal ik voortaan mijn nieuwe identiteit gebruiken. Maar nu zal ik mijn angst onder controle houden en focussen op mijn nieuwe leven. Ja, zo zal het gaan. Ineens voel ik een koele hand op mijn schouder, mevrouw….
Vluchten kan niet meer. Het is te laat. Een stem zegt: “U verliest uw sjaal”





©Marion2017



maandag 23 januari 2017

Alles anders (3)


Het was al woensdag. Nog een paar dagen te gaan. Hij was zo verschrikkelijk opgewonden nu, je kon het met een gerust hart fanatisch noemen. Hij kon nu niet meer stoppen en ging, met holle donkere ogen, verbeten door met zijn werk. Nu het project op zijn einde liep kon hij niet meer slapen, niet meer eten en alleen nog maar denken aan dat wat er bijna te gebeuren stond.
Het had geleken alsof zijn hart uit zijn lichaam getrokken werd destijds. De pijn was niet te bevatten geweest en leek vele malen groter dan hij dacht te kunnen dragen. Op het moment dat zijn kleine meisje de ogen sloot verwachtte hij dat ze gewoon, net als iedere andere avond, lekker zou gaan slapen. Toen het huis echter de volgende morgen stil bleef had de angst hem om het hart geslagen. En wat onmogelijk leek was gebeurd. Ook al had hij vele malen tegen zichzelf gezegd dat ze dan morgen, of misschien wel overmorgen, beslist toch wakker zou worden. Zijn kleine meisje was gewoon heel erg moe. Maar er gebeurde helemaal niets meer, ook al deed hij nog zo zijn best om een andere uitkomst met zijn denken af te dwingen. 

Zijn leven leek gestopt te zijn. Tot hij een artikeltje las over een printer waarmee je een huis kon printen. Een printer waarmee je alles kon printen wat je hartje begeerde, alle wensen konden, met de juiste ingrediënten, gewoon gefabriceerd worden. 
Bezeten had hij zichzelf een nieuw levensdoel gesteld en was beginnen te bouwen. Dag na dag en nacht na nacht. Hij was nog maar een schim van de man die hij eens was maar dat deerde hem niet. Hij moest en zou zijn project zo snel mogelijk afronden. En nu was het zover. Van pure opwinding maakte hij een sprongetje, terwijl hij trillend over zijn hele lichaam, het toch voor elkaar kreeg om op de startknop te duwen. Weldra zou hij zijn kleine lieve meisje weer in zijn armen kunnen sluiten.
©Marion2017

Alles anders (2)


Ohh...Ik was weer eens té laat opgestaan. Ja, mijn wekker had me keer op keer schreeuwerig gewaarschuwd maar ik wilde niet uit mijn heerlijke warme nestje komen. Al die verplichtingen, de baas die ongetwijfeld weer aan mijn hoofd zou zeuren, die ellenlange saaie vergaderingen waar we de toekomst van ons imperium zo nodig moesten bespreken. Vergaderingen die ons geen stap dichter bij het zo gewenste succes zouden brengen. Het idee alleen al bracht de wanhopige tranen in mijn ogen. Ik was gewoon zo verschrikkelijk moe dat ik niet eens meer goed wist hoe ik mijn been buiten mijn bed moest brengen, hoe ik mijn voet op het nog koude zeil moest plaatsen. En dan die ellendige hoofdpijn iedere dag weer. Met dichtknepen keel van de angst voor de dag die voor me lag, was het toch ook vandaag weer gelukt om onder de warme douchestraal door te rennen en een slok koffie naar binnen te gieten. In de auto zou ik proberen mezelf te kalmeren. Even zen te worden om het maar eens populair te zeggen.
Toen ik instapte was de auto al lekker warm, zelfs mijn stoel was verwarmd. Ik legde mijn hoofd achterover op de leuning en riep "Zen" en "Werk" en sloot mijn ogen. Een heerlijke rustgevende muziek vulde deze veilige ruimte en haast geluidloos kwam mijn voertuig in beweging. Wat was het toch een privilege om in deze tijd te leven. Auto's die hun eigen weg volgenden en je brachten waar je zijn wilden. Niemand die zich meer druk hoefde te maken en zijn tijd onderweg nog even nuttig kon besteden. Of nutteloos, dat kon ook. Alles was immers goed. 
Toen ik na een tijd mijn ogen opende en uit het raam keek was ik even verdwaasd, geen idee waar ik was eigenlijk. Ik was helemaal niet op weg naar mijn werk constateerde ik geschrokken. Sterker nog, ik herkende niets in de omgeving waarin ik me nu bevond. Ik riep nogmaals "Werk" maar mijn auto vervolgde onverstoorbaar zoevend zijn weg. Ik dacht nog dat er misschien een omleiding was. Het zou vast goed komen, mijn dagelijkse ritje naar mijn werk was immers nog nooit fout gegaan. Nog even geduld zei ik geruststellend tegen mezelf.
Toen ik weer naar buiten keek stokte mijn adem. Voor me zag ik een soort mega grote tunnel met zes tunnelbuizen. Voor iedere tunnelbuis zag ik, zo ver als ik kon kijken, een rij auto's die langzaam naar binnen rolden. Ik las de paniek in ieders ogen. De gezichten van de mensen achter de raampjes trokken angstige grimassen en ik kon haast hun woordeloze geschreeuw horen. In paniek riep ik "WERK, WERK" maar onverstoorbaar rolde ik richting ingang van mijn tunnel en toen ik dichterbij kwam zag ik dat de buizen voorzien waren van bordjes. Met alle macht die ik nog in me had probeerde ik de deuren te openen. Maar helaas, alles bleek hermetisch gesloten te zijn. Iedere tunnel had zijn eigen thema zag ik nu. Links naast me zag ik een bordje waarop nu duidelijk "Alzheimer" te lezen stond. Rechts las ik "Anorexia Nervosa". Boven de tunnel waar ik nu langzaam inrolde stond "Burn Out". Het werd stil en donker om me heen.....

©Marion2017

noot van de schrijfster: Niemand heeft ooit meer iets van haar vernomen. Het werk ging gewoon door zonder haar.

Alles anders (1)



Daar zag ik ze zitten. Zij in haar eigen oude vertrouwde 'oorzetel'. Haar stoel. De stoel waarin ze zo lekker weg kon dromen. De stoel met sporen van jaren Leven. Geluk, Liefde, Boosheid, Teleurstelling, Verdriet. Alles was er in die stoel langs gekomen en had zich in de vezels van het oude leer gevreten. Iedere kreukel had zijn eigen verhaal als waren het littekens die de stoel nu zo maakte zoals die was, Een prachtig ornament voor haar leven die eenieder liet zien hoe oud en gekreukeld zij zelf inmiddels was. Er waren er zelfs bij die van die oude zetel alle vergaarde wijsheid konden lezen.
Naast haar op de bank zat haar nieuwe vriendin Robbie. Haar vriendin had nog geen kreukels zoals zij die had, nee haar vriendin was nog heel erg jong, strak in het vel om het zo maar eens te zeggen. Toch zaten ze daar samen en babbelden over ditjes en datjes. Hoe lang was het niet geleden dat ze een vriendin had gehad. Maar nu voelde ze zich een stuk beter door het nieuwe gezelschap. En het mooie was dat Robbie alles wist. Ziek of zomaar te lang in bed sloeg ze gelijk alarm. Robbie vertelde verhalen of zong een van haar favoriete liedjes. En het mooie was dat ze zo weinig eisend was. Zij hoefde niet voor haar te zorgen, geen koffie te schenken of een boterhammetje te smeren. Nee Robbie was een en al aandacht voor haar en had zelf helemaal niets nodig. Constant hoorde ze Robbies aanwezigheid en dat was een hele geruststelling voor haar. Ze hoefde nooit meer alleen te zijn. 
Ineens was het weer stil om haar heen. Ze wist eerst niet goed wat het was. een soort onheilspellende stilte, oorverdovend stil haast. Ze keek naar de bank. Robbies ogen waren gesloten en ze reageerde niet meer op haar smeekbeden. Haar accu was leeg!

©Marion 2017

zaterdag 7 januari 2017

Gloednieuw



Nieuw, gloednieuw. Ik hou ervan. Schriftjes en dagboekjes die liggen te wachten om beschreven te worden. Bladzijden die gevuld raken met letters die woorden vormen. Woorden die als zachte was uit mijn pen vloeien en mijn verhaal vertellen. Verhalen, soms gedroomde dromen, soms harder of zachter dan de werkelijkheid. Een werkelijkheid die geweld aan gedaan word of juist met een roze sluier bedekt. Het gloednieuw dat me smachtend aanstaart om vervuld te worden met grote en kleine avontuurtjes.
En toch is Gloednieuw niets zonder haar. Zonder haar is hij van een nutteloosheid die grenst aan een vegeteren in nietsheid. Hun symbiose is van het grootste belang. Hij heeft haar beslist nodig want als zij hem dan aanraakt met haar vloeiende streken, soms zacht en soms prikkend woest, dan kreunt hij van genot en raakt vol van haar inkt. Zijn Pen!!


©Marion2017