maandag 17 augustus 2015

De Strijd

Het is eigenlijk zo…Hij liep daar wel, maar niemand wist wie hij was. Ze dachten wel dat ze hem kenden maar hij was zo veranderd. Niet van uiterlijk eigenlijk. Ja, wat dikker misschien en een rimpeltje meer, dat wel, maar verder herkenden ze zijn uiterlijk nog wel. Maar wie hij geworden was, daar had eenieder zijn eigen gedachten over. 
Ja natuurlijk wist hij het zelf ook wel en als hij erover nadacht dan greep angst hem naar de strot. Hij merkte zelf ook hoe hij veranderde. Niet meer was die hij zo graag wilde zijn en niet meer was die hij ooit geweest was. En hij had er geen vat op, nog niet in ieder geval. Hij merkte ook de starende ogen en de vragende blikken. De oordelen en het geroddel en alle zogenaamde vrienden die hem zo maar lieten vallen. Ja, Velen meende te weten wie hij was. Ergens begreep hij het onbegrip ook nog wel. Het was ook allemaal heel erg verwarrend.
Hij liep daar, zelf ook gefrustreerd als hij merkte dat het weer eens misging. Als hij om zich heen keek was het nog maar de vraag of hij hun nog wel herkende. Op goede dagen kon het nog wel lukken. Maar op slechte dagen leek de ballon waar hij in gevangen zat maar niet te willen knappen. Dan kreeg de wereld die vage melkachtige kleur…alsof je door glas keek naar een ander universum. Hij voelde wel dat hij er niet meer goed in paste. Al die verwachtingen waaraan hij niet meer kon voldoen en de schuld die zo knaagde aan zijn ingewanden. 
Het liefst wilde hij zijn hoofd dan ten ruste leggen en zich overgeven aan dat wat hem wegdreef van de werkelijkheid. Zich laten dragen naar die andere wereld vol belofte. De wereld waar alle zorgen en pijnen verdwenen als sneeuw voor de zon.
Nee, niemand zag zijn strijd. De strijd die hij moest leveren om door te lopen. Maar lopen zou hij voorlopig nog. De wind zou de tranen van zijn gezicht blazen. De elektriciteit in de lucht zou hem nog wat energie geven. Ja, voorlopig zou hij nog doorlopen en alles wat hij verloren had gewoon achter zich laten. 
Zo zou hij verder en verder lopen, zeker tot aan het grote meer. 
Het meer met het kristalheldere water. De glinsteringen die zijn ziel kunnen raken ongeacht wie hij is of denkt te zijn. De druppels die het licht weerkaatsen en de waarheid over hem aan hem tonen. En daar zou hij langzaam inwandelen en alle lasten van zich afspoelen. Alle schaamte- en schuldgevoelens, die zich steeds weer als ongewenste parasieten aan hem wisten te hechten, zou hij van zich afspoelen. 
Gezuiverd zou hij dan terug naar huis kunnen gaan. Het thuis waar iedereen hem kende en wist wie hij werkelijk was. 



©Marion

Geen opmerkingen:

Een reactie posten